Mijn oudste dochter en ik keken samen de derde aflevering van de hartverwarmende, maar af en
toe ook pijnlijke, documentaireserie Klassen van HUMAN, over kansenongelijkheid in het lager- en middelbaaronderwijs in Amsterdam-Noord. We zagen een ex-crimineel die, samen met een politieagent, in groep acht van een diverse basisschool, met veel kinderen uit achterstandsgezinnen, kwam vertellen over de weinig plezierige kenmerken van het boevenleven. Zo had hij onder andere in de gevangenis een mes in zijn rug gekregen. De man zag er uit als een stripfiguurachtige boef: een tanig gelaat, een smalle, kale kop, een matig gebit en flink wat tatoeages in de nek – en waarschijnlijk ook op de rest van zijn lichaam. Het enige wat ontbrak was een platte boevenpet, met zo’n klep die je diep over de ogen kan schuiven.
Pesten
De agent – een lieve, wat oudere man met een buikje en grijs haar- en de ex-crimineel waren goed op elkaar ingespeeld. De agent vertelde dat veel criminelen vroeger in hun leven waren gepest. De ex-crimineel stak direct zijn vinger in de lucht ter bevestiging dat hem dit ook was overkomen. Toen vroeg de agent de kinderen in de klas of zij ook wel eens gepest waren. Een Turks-Nederlands jongetje – dat een hoofdrol speelt in de serie- stak zijn vinger op. Hij vertelde dat hij af en toe werd uitgescholden door een groepje jongens op straat. En dat ze dan ook het woord “kanker” gebruikten, en dat hem dat veel verdriet deed want zijn oom was net overleden aan kanker. Hij moest huilen en deed zijn handen voor zijn ogen. Het jongetje naast hem moest ook huilen. Daarna nog een paar meisjes. En wij, thuis op de bank, hielden het ook niet meer droog. Helemaal toen zowel de ex-crimineel als de agent de kinderen gingen troosten, armen om ze heen sloegen. “Juf, wat heb je hier een goede klas”, zei de agent met een brok in zijn keel tegen de juf, een kloeke Amsterdamse – eveneens een van de hoofdrolspelers- die, een beetje op de achtergrond, met een vertederde glimlach het tafereel aanschouwde.
Etniciteit
“Klassen” laat onder andere zien dat de ongelijkheid in het onderwijs niet zozeer is gebaseerd op etniciteit – zoals lang werd gedacht-, maar op sociale klasse. Kinderen uit armere gezinnen, met laagopgeleide ouders, groeien op met verschillende achterstanden, ongeacht hun etnische achtergrond. Ze wonen vaak in een omgeving waar het om verschillende redenen niet altijd prettig leren is, krijgen soms thuis niet de hulp die ze nodig hebben en krijgen om die reden vaker een lager middelbare schooladvies dan hun citoscore rechtvaardigt. Terwijl kinderen uit gezinnen met hoogopgeleide ouders juist vaker een hoger advies krijgen dan hun citoscore rechtvaardigt. Die laatste groep zien we ook in de serie. Ouders die er alles aan doen om maar te voorkomen dat hun kind, god verhoede, naar de havo “moet”. En, inderdaad, de leerlingen van groep acht van basisschool de Weidevogel, krijgen bijna allemaal een vwo-advies.
Cito
De citotoets was destijds bedoeld om ongelijkheid in het onderwijs te bestrijden. Cijfers liegen immers niet. Maar sinds een jaar of tien is het schooladvies van de leerkracht leidend geworden, en niet de citoscore, en dat pakt in de praktijk nadelig uit voor kinderen uit een lagere sociaaleconomische klasse. Nu lijkt die citotoets steeds meer een eigen werkelijkheid te zijn geworden. Het toetsen begint al in groep 1 om in groep 8 te culmineren in “de” citotoets en het daaraan gekoppelde en gevreesde middelbare schooladvies. Net gehoord: een meisje krijgt aan het begin van groep 8 een voorlopig advies: “Meer dan vmbo-kader zit er niet in”, zegt de leraar tegen de ouders én tegen het meisje. Drie maanden later blijkt op basis van de dan gemaakte citotoets dat er toch meer “in zit”, en komt de havo zelfs in zicht.
Stapelaars
Is er iets mis met het vmbo? Nee, in tegendeel, ook het vmbo is één van de kurken waar onze samenleving op drijft. Vmbo’ers zorgen ervoor dat we goede wegen hebben, renoveren onze huizen, bezorgen goederen, zijn verantwoordelijk voor de veiligheid in het openbaar vervoer, controleren er de kaartjes. Maar waar wel iets mis mee is: kinderen die al op hun elfde wordt verteld – dan wel door de leraar, dan wel door de eigen ouders- om maar naar het vmbo te gaan terwijl ze een hoger schoolniveau aankunnen. Ik ken ze van mijn werk als docent schrijven en journalistiek bij de Hogeschool van Amsterdam: de stapelaars. Ze zijn begonnen op het vmbo, meestal gevestigd in een apart schoolgebouw dat de drempel naar mbo en havo niet alleen mentaal maar ook fysiek nog groter maakt, gingen alsnog naar het mbo om uiteindelijk bij mij in de klas terecht te komen. Ja, het zijn doorzetters. Maar vaak zijn ze ook onzeker over de eigen prestaties, omdat ooit tegen ze is gezegd dat meer dan vmbo er voor hen niet “in zit”. Dat knaagt aan hun zelfvertrouwen.
Bewakers
De serie Klassen zit vol archetypen: de binnenvetter: een Nederlands meisje dat zoveel meer in haar mars heeft, maar door haar omgeving onbewust wordt tegengehouden, de doorzetter: het lieve Turkse jongetje dat, ondanks dat zijn ouders slecht Nederlands spreken- of misschien wel dankzij- , heel secuur zijn huiswerk doet, oefent met lezen en rekenen, het boefje: een Surinaamse jongen die ondanks zijn hogere citoscore toch naar het vmbo is gegaan, zich kapot verveelt en in de (kleine)criminaliteit terecht dreigt te komen, net als zijn vader. Allen moeten ze hun eigen obstakels overwinnen, en het is nog maar de vraag of dat ze allemaal gaat lukken. En dan zijn er de bewakers van de poort naar de toekomst: de juffen die heel erg hun best doen om hun leerlingen erbij te houden, ze iets te leren, ze verder te brengen, maar die ook dat machtige oordeel mogen vellen: naar welke school gaan mijn leerlingen na groep 8? En daar ligt de terreur van de lage verwachtingen op de loer die een grote groep kinderen al op jonge leeftijd op achterstand zet.
Heldin
Klassen heeft ook een echte held. Een heldin zelfs: PvdA-wethouder Marjolein Moorman die de kansenongelijkheid in het onderwijs bestrijdt, die zich er persoonlijk voor inzet dat kinderen zich kunnen ontwikkelen naar hun capaciteiten, ongeacht hun sociaaleconomische achtergrond. In de eerste aflevering praat ze met vier meisjes die allemaal vwo doen op het Hyperion, een populaire middelbare school in Amsterdam-Noord. Drie van hen kregen vmbo-kader als advies in groep 8. De vierde kreeg op basis van haar citotoets alsnog havo/vwo-advies, maar tegen wil en dank. Haar docent had eerder tegen haar gezegd: “Ik weet dat je havo/vwo misschien wel aankunt, maar ik ga je dat advies nu toch niet geven.” “Waarom wilde hij je dat advies niet geven?”, vraagt Moorman verbaasd. “Ik weet het niet”, antwoordt het meisje beschaamd.
Toeslagenaffaire
Een maand geleden hield onze lijsttrekker Lodewijk Asscher de Den Uyl Lezing. Hij sprak over het neoliberalisme: “Mensen voelden dat er onderliggend aan de ogenschijnlijke economische voorspoed fundamentele veranderingen gaande waren. Veranderingen die de onzekerheid van grote groepen mensen met lagere inkomens en mensen in de middenklasse fundamenteel hebben vergroot.” En over hoe dat neoliberalisme een nieuwe tweedeling heeft veroorzaakt: “Geen geld voor het schoolreisje, geen nieuwe kleren, in de rij bij de voedselbank. Schulden. Van tijdelijk contract naar tijdelijk contract. En tegelijkertijd een bovenlaag van mensen die het meer dan goed hebben.” Die woorden klinken een beetje wrang nu duidelijk is geworden dat Asscher in zijn hoedanigheid van minister van Sociale Zaken in het kabinet Rutte 2 de schrijnende ellende van de toeslagenaffaire, die juist die mensen raakt voor wie wij ons als partij willen inzetten, had kunnen voorkomen – mogelijk daartoe aangezet door de fractie aan wie dit dossier ook aan de aandacht is ontsnapt. Asscher bood zijn excuses aan na het verschijnen van het dodelijke rapport over die toeslagenaffaire. En dat laat sporen na bij ons allemaal. Vooral nu wij ons opmaken voor de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen. Ja, dat is demotiverend. Maar tegelijkertijd is het nu eenmaal ook het lot van een oude partij als de onze, die regeringsverantwoordelijkheid neemt in goede, maar ook slechte tijden, dat je het verleden met je meedraagt naar de toekomst. Maar dat verleden moet ons er niet van weerhouden om met vertrouwen en ambitie die verkiezingen in te gaan. Want ze maakt onze idealen en concrete ideeën voor de toekomst niet minder belangrijk.
Wake-up call
Mocht je alsnog van je sociaaldemocratische geloof dreigen te vallen, dan is Klassen een geweldige wake-up call. Waar doen we het eigenlijk allemaal voor? Onder andere voor de kinderen in deze serie. Ook voor de kinderen die opgroeien in dezelfde omstandigheden hier in het Gooi, waar arm en rijk grotendeels langs elkaar heen leven, waar kansenongelijkheid een wezenlijk probleem is. Wij kunnen als lokale PvdA zeker het verschil maken. Moorman wil de kansenongelijkheid in Amsterdam bestrijden door fors te investeren in scholen waar kinderen het het moeilijkst hebben. Niet alleen in geld, maar ook in kwaliteit. De beste leraren op plekken waar deze het hardst nodig zijn. Dat lijkt me een mooie uitdaging voor onze afdeling in aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezingen van 2022. En wat betreft de verkiezingen voor de Tweede Kamer? Dan citeer ik graag mijn oude tante van 90 die ik een paar dagen geleden aan de telefoon had: “Een fatsoenlijk land heeft een sterke sociaaldemocratische partij nodig. Maar laat je overgrootvader dat niet horen.” En gelijk heeft ze (die overgrootvader was overigens een exponent van een familie die destijds niet overliep van liefde voor de sociaaldemocratie). Want of je nou geboren wordt in een stal tussen ezels en koeien, of in een paleis in Trompenberg, je achtergrond hoort niet te bepalen welke kansen je krijgt in het leven.
Het bestuur van PvdA-Hilversum wenst u fijne feestdagen en een gelukkig, en vooral ook gezond, 2021.
Binnert de Beaufort
Voorzitter