De commissie Zorg en Samenleving heeft het druk gehad met drie commissievergaderingen in de afgelopen week. Het ging ook ergens over: de regionale arbeidsmarkt, de ambitie van het college om 25% uitstroom uit de bijstand te realiseren, het minimabeleid, de schuldhulpverlening en tot slotte de transitie van zorg naar welzijn. Allemaal belangrijke onderwerpen, en onderwerpen die ons, de PvdA, na aan het hart liggen.
Allereerst is er goed nieuws. De coalitie heeft ingezien dat bezuinigingen op deze onderwerpen vooralsnog niet aan de orde kunnen zijn. Voor het komende jaar wordt meer geld begroot. Daarmee wordt vooral ingezet op uitbreiding van het aantal medewerkers binnen het sociaal plein om mensen directer en beter te kunnen helpen, en te voorkomen dat er weer wachtlijsten ontstaan. Natuurlijk zijn wij daar als PvdA-fractie voor. Wij hebben bij de vorige begroting al een vurig pleidooi gehouden voor minder bezuinigingen en realistischer begroten binnen het sociaal domein om de zorg op orde te houden. Dat daar bij deze begroting invulling aan gegeven worden zijn we alleen maar heel tevreden over, maar we hebben ook nog wel wat kanttekeningen.
Werk voor iedereen
De coalitie maakt werk prioriteit. Daar zijn we blij mee. De coalitie wil 25% meer uitstroom uit de bijstand. En ook dat vinden we een prachtige ambitie. De PvdA staat immers voorgoed werk en bestaanszekerheid. Maar, de coalitie wil maximaal aansluiten op de flexibilisering van de arbeidsmarkt en alleen inzetten op de meest kansrijke mensen. En juist deze twee uitgangspunten vinden wij niet goed. Alleen maar tijdelijke contracten helpt mensen niet veel verder. Als je al jaren te maken hebt gehad met inkomensdalingen en onzekerheden, ben je juist gebaat bij vaste arbeidscontracten. Juist in deze tijd van economische voorspoed en krapte op de arbeidsmarkt moet de inzet zijn om mensen weer echt perspectief te bieden met echte banen.
Mensen indelen in groepen
De coalitie gaat de mensen indelen in drie groepen. Groep 1 zijn de meest kansrijke, zij kunnen vaak op eigen gelegenheid weer aan het werk komen. Groep 3 zijn de mensen die al langer in de bijstand zitten en soms ook te maken hebben met andere problematiek (bijvoorbeeld schulden of zorgvragen) of door andere factoren een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Deze groep wordt vooral bemiddeld naar vrijwilligerswerk. We vinden dat op meerdere redenen verwerpelijk. De participatiewet er voor iedereen en het gaat er juist om dat iedereen werkt naar vermogen, ook als je een beperking hebt. Alleen inzetten op kansrijke is mensen is wel gemakkelijk maar niet fair. Je laat dan weer een groep aan de kant staan en dus in de steek.
Verdringing
Daarnaast zijn wij niet zo gerust op de nadruk op vrijwilligerswerk. De coalitie lijkt dit te zien als voor wat hoort wat. Met andere woorden: als je een uitkering krijgt, moet daar wat tegenover staan, oftewel een verplichte tegenprestatie. Zeker als er ook staat dat als je niet meewerkt, ‘wij (de gemeente) niet weten of we je een volgende keer wel kunnen helpen”. Dit lijkt een verkapt dreigement. Bovendien vinden wij dat vrijwilligerswerk nooit mag leiden tot verdringing van betaald werk.
Samengevat: uitstroom is naar vaste banen, goed werk en bestaanszekerheid, voor iedereen en niet alleen de meest kansrijke bijstandsgerechtigde. Vrijwilligerswerk mag niet leiden tot verdringing van betaald werk.
Minimabeleid en schuldhulpverlening
Positief zijn we over het minimabeleid en de verbeteringen die op het gebied van schuldhulpverlening. De doelgroep voor het minimabeleid wordt uitgebreid naar iedereen met een inkomen tot 130% van het wettelijk minimumloon, inclusief ZZP’ers. Dat is prima. Er waren heel veel verschillende regelingen die voor een deel worden samengevoegd waardoor alles wat overzichtelijker wordt. Een deel van de regelingen gaat straks onder de Hilversumpas vallen. En een groot deel van de schuldhulpverlening wordt gekoppeld met het werk van het sociaal plein en niet meer uitbesteed. Op die manier kunnen mensen sneller, beter en meer in samenhang worden geholpen. De toegang tot de schuldhulpverlening wordt ook gemakkelijker gemaakt. Om dat mogelijk te maken wordt er eerst fors meer geïnvesteerd in medewerkers. Op termijn hoopt het college kosten te besparen omdat mensen meer worden geholpen als de schulden nog niet zo hoog zijn opgelopen.
We zullen dit kritisch volgen maar de beweging ondersteunen we als PvdA.
Van zorg naar welzijn
De coalitie wil dat iedereen zich meldt bij de gemeente of bij een partner in de wijk een ‘breed gesprek’ krijgt. In dat gesprek moet worden gekeken wat er nodig is, wat iemand zelf kan, of wat de omgeving daarin kan betekenen en hoe dat allemaal samenhangt met andere delen van je leven. Integraal werken heet dat. Een voorbeeld wat dan vaak gebruikt wordt is de inwoner die zich meldt bij het sociaal plein met een verzoek voor een scootmobiel maar eigenlijk eenzaam is. De vraag om de scootmobiel wordt dan gezien als signaal en het achterliggende probleem is eenzaamheid. En in plaats van een dure voorziening van een scootmobiel, wordt iemand dan verwezen naar het buurtwerk en dat is een algemene voorziening en een stuk goedkoper. Deze beweging noemt het college van zorg naar welzijn. Op zich is dat natuurlijk prima, maar de inwoner moet wel bij het buurthuis kunnen komen en heeft dan nog steeds ook de scootmobiel nodig als hij of zij heel slecht ter been is.
Dat laatste vindt de PvdA net zo belangrijk.
Het gaat de goede kant op
En daarover blijven we van mening verschillen met de wethouder. We zijn blij met de investeringen die nu worden gedaan zodat elke wijk maatschappelijk werk en opbouwwerk heeft, er kinder- en jongerenwerkers zijn en er mogelijkheden voor ontmoeting ontstaan. Heel goed! En we vinden nog steeds dat, als je zorg nodig hebt, je dit moet krijgen, minimaal binnen de wettelijke termijn maar bij voorkeur binnen twee weken en die ambitie wordt nog lang niet waargemaakt. We vinden ook dat je zorg op de juiste manier moet krijgen met een bevestiging van de gemeente waarin staat waar je op mag rekenen. En we vinden dat welzijn en zorg niet hetzelfde zijn en elkaar ook niet kunnen vervangen. Meer welzijn betekent niet automatisch minder zorg(kosten), wel dat het leven in de wijken leuker wordt. Dit onderdeel komt terug in de commissie Zorg en Samenleving.