Het Democratiefestival, er is al veel over gezegd. Door politici, ambtenaren en gewone burgers in een informele, vakantie-achtige omgeving met elkaar in gesprek te laten gaan, hoopte Kajsa Ollongren de kloof tussen burger en politiek te verkleinen. De minister zag het festival als de manier om de democratie te vieren. Vooraf was er vooral scepsis. Was het nou echt nodig? Niet erg duur? Kon je die miljoen euro niet anders inzetten? En is het vieren van de democratie nu echt gepast als grote groepen van de samenleving zich niet gehoord voelen?
Ook na afloop waren de meningen verdeeld: van ‘het was eigenlijk best leuk’ en ‘een prima programma’ tot ‘jammer dat er zo weinig politici waren’ en ‘het eten was wel erg duur’. En natuurlijk was het gek dat je voor binnenkomst je waterflesje moest inleveren en vervolgens heel lang kon zoeken naar de watertappunten.
Democratie mag gevierd worden
Tegelijkertijd heeft Kajsa wel een punt: onze democratie mag best gevierd worden. We vinden het zo vanzelfsprekend dat we haar misschien te weinig waarderen. Maar een blik op de taferelen aan de andere kant van de Noordzee is veelzeggend. Vol verbazing kijken we naar het drama dat zich in Engeland voltrekt. Boris Johnson die het parlement probeert buitenspel te zetten en als dat niet lukt nieuwe verkiezingen wil. Het idee alleen al is absurd. Nog vreemder wordt het wanneer de oppositie die verkiezingen blokkeert en je de situatie van de Schotten in ogenschouw neemt. Voor de EU, maar gevangen in het Verenigd Koninkrijk. De Schotten kunnen met recht spreken over de kloof met de politiek.
Nee, dan ben je toch blij met ons stelsel en is een feestje niet misplaatst. Ja, het is wat saai en de Britten maken er een prachtige voorstelling van. Met een fantastische hoofdrol voor het ‘order, order, order’ van de voorzitter, een hofnar die de macht heeft gegrepen en de antiheld Jeremy. Wie trekt er uiteindelijk aan het kortste eind? Wat betekent dat voor de Brexit? En wie bepaalt daarmee de verdere loop van het Verenigd Koninkrijk?
Koesteren
Juist omdat we een ander stelsel hebben, zullen we dergelijke taferelen bij ons niet snel zien. Gelukkig maar. Echt iets om te koesteren dus. Alleen zijn we daar niet zo goed in. We hebben vooral kritiek. Op de kwaliteit van onze volksvertegenwoordigers bijvoorbeeld. Landelijke politici halen de krant als ze over elkaar heen buitelen of aan interne ruzies ten onder gaan. Lokale politici wordt steeds weer een gebrek aan kwaliteit verweten. Onlangs waren het de gemeentesecretarissen die beweerden dat een derde van de lokale politici onder de maat presteert.
Niet alleen onzin, maar ook contraproductief. Laten we in plaats daarvan onze democratie en onze politici eens wat meer gaan waarderen. Inclusief de rare snuiters: de mastodonten die uitsluitend via Twitter met ons communiceren, de mannenbroeders met opvattingen over vrouwen, die de onze niet zijn, en de oud-bewindspersonen die kernenergie bepleiten of geld van de alfa’s en gamma’s aan de beta’s willen geven.
Het gaat er niet om dat we het met ze eens zijn, maar dat al deze meningen en opvattingen er mogen zijn. En dat onze volksvertegenwoordigers in de gemeenteraden, Staten en Kamers de besluiten nemen. Democratisch, op een ordentelijke manier en met wat minder amusementswaarde dan het Britse Lagerhuis. Dat is best een feestje waard. En ja, misschien was het festival wat duur, maar kaartjes voor het theater zijn dat ook.
Als directeur-secretaris van het Centrum van Lokaal Bestuur, de ondersteunende organisatie voor alle lokale PvdA-politici, schrijft Jacqueline Kalk regelmatig columns over wat haar opvalt in de politiek, lokaal of landelijk. In Hilversum is zij raadslid voor onze partij met onder haar hoede de portefeuilles Zorg en Welzijn, Wonen, Openbare Ruimte en Stedenbouw, Verkeer, Duurzaamheid.
Afbeelding: Jacqueline Kalk