Verkapte bezuiniging op welzijn is meten met twee maten

Door Jacqueline Kalk op 26 oktober 2019

Verkapte bezuinigingen, zo kun je het beste beschrijven waar het college van de gemeente Hilversum mee bezig is op het sociaal domein. We hebben hierover al eerder aan de bel getrokken, tot nu toe zonder succes. Wat is er precies aan de hand?

Te weinig geld

Het heeft bijna een jaar gekost voordat de gemeenteraad inzicht had in de budgetten voor de jeugdzorg en Wmo. Tot 2018 heeft het college niet alle gelden die van het rijk binnen kwamen voor de zorg, ook voor de zorg bestemd. Er was een tekort, alleen dat kwam doordat er met geld voor de zorg ook andere dingen werden gedaan. Dit is vorig jaar hersteld. Desondanks waren er ook dit jaar tekorten op de Wmo en op de jeugdzorg. Deels worden deze veroorzaakt doordat het rijk te weinig geld beschikbaar stelt, en deels door de keuzes die dit college zelf maakt.

Schimmig begroten

Het college wil in de (jeugd)zorg een beweging naar de wijken maken. Dat wil zeggen dat meer hulpvragen direct in de wijk kunnen worden opgelost, bijvoorbeeld met een goed welzijnsaanbod of door praktijkondersteuners bij huisartsen. De PvdA vindt dit idee op zich een goede beweging. De schoen gaat alleen wringen bij een paar belangrijke kwesties.

Meer welzijn is niet altijd minder zorg

Het college boekt bezuinigingen in, opbrengsten die zij denkt te gaan halen door deze beweging naar de wijken toe. Door een groter beroep op het welzijnswerk en andere lichte vormen van zorg, denkt zij te gaan besparen op de inzet van meer specialistische zorg. Welzijnswerkers zijn nu eenmaal goedkoper dan de meeste vormen van specialistische hulp. Alleen is dit een verwachting maar niet hard te maken. In 2018 dacht het college hier nog 1,5 miljoen mee te verdienen. Eind 2018 was dit al bijgesteld naar 4 ton en ook die werd niet gehaald. Voor 2020 staat dit bedrag weer als besparing opgenomen. Dit is niet realistisch. Het welzijnswerk kan niet alle vragen op zorg oplossen, het welzijnswerk heeft haar eigen specialismen en ook die kosten geld.

Sociale basisstructuur

Het college geeft aan dat in elke wijk de sociale basisstructuur op orde moet zijn. Hiermee wordt bedoeld dat in elke wijk – naar behoefte – voldoende opbouwwerk, jongerenwerk, kinderwerk, wijkagent, wijkcoördinatie, peuterspeelzaalwerk enz moet zijn. Alleen wat wordt verstaan onder voldoende, dat wil het college niet hard maken, en daarmee is het niet meer dan een loze kreet.

Welzijnswerk

In de beweging naar de wijken toe is het welzijnswerk een onmisbare partner. Zonder welzijnswerk is er onvoldoende kennis van de wijken, wie er wonen, waar zij tegen aan lopen, enzovoorts. In Hilversum is er voor het welzijnswerk een grote organisatie, Versa, en daarnaast nog wat kleinere. Deze organisaties doen hun stinkende best en werken op allerlei manieren mee om de gemeente te helpen met deze beweging naar de wijken. En ook dat kost geld. Het welzijnswerk in Hilversum heeft een roerige tijd achter de rug. Door het vorige college is er enorm bezuinigd in de jaren 2015 en 2016. Een aantal van de huidige collegepartijen heeft vooraf aan de verkiezingen gezegd deze bezuinigingen ongedaan te maken. In 2018 is er zelfs weer een beetje meer geïnvesteerd in het welzijnswerk. Alleen niet genoeg. En er dreigt nu weer een nieuwe korting.

Kostenstijgingen wel begroten voor ambtenaren, niet voor welzijn

Organisaties, of dat nu de gemeente is of een welzijnsorganisatie, hebben te maken met kostenstijgingen. Deze worden bijvoorbeeld veroorzaakt doordat de lonen stijgen, de btw wordt verhoogd of de huisvesting duurder wordt. Deels zijn deze kostenstijgingen niet beïnvloedbaar. Als er een nieuwe cao wordt afgesproken, moet je die toepassen als werkgever. Dat geldt voor de gemeente en voor welzijnsorganisaties. Het college heeft in de begroting voor 2020 hier ook rekening mee gehouden voor de eigen organisatie. Dit is niet gedaan voor de gesubsidieerde organisaties, terwijl ook deze te maken hebben met kostenstijgingen waar zij geen invloed op hebben. Het college in Hilversum vindt dat gesubsidieerde instellingen niet te hoeven worden gecompenseerd, zij krijgen geen ‘accres’. Dat betekent dat je hetzelfde budget houdt, maar er alleen minder voor kunt doen. Een verkapte bezuiniging dus. En een bezuiniging die je maar aan één kant doorvoert, namelijk alleen in de uitvoering. De ambtelijke organisatie wordt immers wel gecompenseerd.

De welzijnsorganisatie moet dus meer doen voor minder geld, de ambtelijke organisatie wordt groter en voor meer geld. Dat is meten met twee maten en geen goede basis voor een gelijkwaardige samenwerking in de wijken.

Mogelijke subsidiekorting voor stichting Versa

Daarnaast dreigt er ook nog daadwerkelijk gekort te worden op de welzijnsorganisatie Versa. Dit is niet besproken met de gemeenteraad. Sterker, toen wij dit in de commissie aanhangig maakten, reageerde wethouder Walters boos. Boos, omdat wij dit wisten en inbrachten in de discussie. Boos, op Versa omdat zij hierover in gesprek waren met ons volksvertegenwoordigers. De wethouder vond het allemaal voorbarig, de overeenkomsten moeten nog worden vastgesteld. Alleen is dit niet het hele verhaal. Er wordt al geïnventariseerd wat er minder kan, er is al een bedrag genoemd wat gekort dreigt te worden. De wethouder sneerde nog dat zij ook niet wist wat haar ambtenaren allemaal zeiden, maar dat is natuurlijk onzin. Een ambtenaar onderhandelt met een instelling binnen het door het college gegeven kader en zal nooit zelf verzinnen of beslissen dat er dus maar bezuinigd moet worden op deze welzijnsinstellingen: dat is de politieke keuze van het college.

Raadsleden zijn volksvertegenwoordigers

Wethouder Walters noemde de contacten van Versa met politieke partijen ongepast. Dat is een grove uitspraak. Raadsleden zijn volksvertegenwoordigers en hebben contacten met inwoners, met organisaties, met het bedrijfsleven en ook met Versa. Dat is onze rol. Wij acteren op basis van onze politieke kleur en op basis van de geluiden uit de samenleving. En wij stellen de kaders waarbinnen het college kan handelen. Een bezuiniging op het welzijnswerk is in geen enkel beleidsdocument genoemd en niet aan de orde gesteld, terwijl dit een politieke keuze is die thuishoort in de gemeenteraad. Zeker gelet op de recente geschiedenis van het welzijnswerk in Hilversum, waar gegoocheld is met bezuinigingen en uitbreidingen. Je dient als college hierover transparant te zijn en dit niet weg te moffelen in de begroting. En je partner dan ongepast gedrag te verwijten omdat die de politieke partijen wél informeert, vinden wij ongepast, maar bovenal een beetje kinderachtig. Een kat in het nauw, zullen we maar zeggen.

Jacqueline Kalk

Jacqueline Kalk

In het dagelijks leven: Secretaris/Directeur Centrum voor Lokaal Bestuur (CLB) Gelijke kansen voor iedereen, solidariteit, niet op je handen zitten, maar dingen doen. Voor mij is dat zo vanzelfsprekend dat ik me er over blijf verbazen dat niet iedereen zo denkt. De sociaaldemocratie is mij met de paplepel ingegoten. Met twee ouders, die beide actieve

Meer over Jacqueline Kalk