23 november 2014

Is er in 2015 nog een theater voor de amateurverenigingen in Hilversum?

Door de plotselinge koerswijziging van de wethouder van cultuur Wimar Jaeger (D66) is er een bom gevallen in het cultuurveld in Hilversum. De fusie tussen theater Achterom en Vorstin is stopgezet en de subsidie voor theater Achterom vervalt per 01 Juli 2015. Het ziet er somber uit voor de cultuur in Hilversum. In 2015 dreigt het theaterdoek te vallen in Hilversum en moet theater Achterom dankzij dit college van burgemeester en wethouders (D66-VVD-SP-CDA) haar deuren voor de hilversummers sluiten. De PvdA betreurt de wijze waarop deze coalitie omgaat met de cultuur in Hilversum, wij willen een breed cultuuraanbod en geen sluiting van cultuurinstellingen, zoals dit college nu voor ogen heeft. Ook dreigen de amateurverenigingen (zoals theatergroep de fusie) het kind van de rekening te worden, want waar moeten zij 01 Juli 2015 heen?

Harde woorden van D66 wethouder Jaeger

Deze week sloeg D66 wethouder Jaeger keihard terug, met harde bewoordingen verwijt hij de vorstin en theater Achterom van alles. Volstrekt onnodig vindt de PvdA, waarom de wethouder zich van deze “testosteron politiek” bedient is ons volstrekt onduidelijk. Duidelijk is wel dat juist het cultuurveld goed overleg nodig heeft om er voor te zorgen dat we in Hilversum een breed cultuurveld houden, daar past “testosteron politiek” niet in. Dankzij het brute optreden van de wethouder dreigt de cultuur in Hilversum gemarginaliseerd te worden

Wethouder heeft toezeggingen gedaan.

Overigens heeft de wethouder tijdens de begrotingsbehandeling toezeggingen gedaan aan de gemeenteraad. De amateurverenigingen komen niet op straat te staan en de wethouder hangt “geen zwaard van damocles” boven het cultuurveld in Hilversum. De inkt van deze begrotingsvergadering is nog niet droog of het cultuurveld luidt de noodklok. De PvdA is niet blij met deze gang van zaken. Het is in onze ogen niet netjes richting de gemeenteraad, die toch een ander beeld kreeg voorgespiegeld door de wethouder en zeer oncorrect jegens de cultuurinstellingen Vorstin en Theater Achterom, die al maanden (zie brief hieronder) met wethouder Jaeger om de bestuurstafel zaten.

Brief van Vorstin en Theater Achterom

Aan het College B&W

van de gemeente Hilversum

CC: Fracties gemeenteraad, media

Hilversum, 22 november 2014

Geachte Dames en Heren,

Wij willen deze brief beginnen met de vaststelling dat de besturen van Theater Achterom en Podium de Vorstin het betreuren dat het college er voor kiest op deze wijze (onder meer door het sturen van afschriften van brieven aan de raad) met de besturen te communiceren. In de bestuurlijke overleggen met de wethouder op 20 augustus, 11 september en bij separate brieven heeft het fusiebestuur van De Vorstin en Achterom regelmatig gevraagd om een inhoudelijke reactie op haar plan. Doch dit is nimmer gegeven. Nu lezen we in de brief van de wethouder van 18 november aan de leden van de gemeenteraad voor het eerst inhoudelijke argumenten waarop het college bezwaar uit op de fusieplannen van de beide podia.

In uw brief haalt u hard naar de besturen uit en kiest u wederom niet voor de dialoog maar voor de frontale aanval, Wij kiezen hier niet voor. Middels een reactie op de brief proberen wij nogmaals onze bezwaren op de gang van zaken weer te geven. Wij gebruiken de brief van de wethouder van 18 november hierbij als leidraad.

De wethouder meldt in de brief van 6 november dat “de stichtingsbesturen….. in 2013 van de gemeente een dringend verzoek van de gemeente hebben gekregen om met de beschikbare middelen samenwerking voor te bereiden”.

Dit is een correcte weergave van de feiten. Het verbaasde ons dan ook dat in de brief van 6 november wordt gemeld “dat de fusie een eigen keuze van de instellingen is geweest”. Dit suggereert dat de stichtingen het initiatief hebben genomen tot de fusie. Dit is niet correct: de stichtingen hebben zich aanvankelijk geschikt naar de wens van de gemeente en hebben in anderhalf jaar tijd langzamerhand de voordelen van een dergelijke fusie ingezien.

De eerste versie van het bedrijfsplan is ontvangen op 11 mei 2014.Deze versie is niet voorzien van een meerjarenbegroting en een uitwerking van een tweede theaterlocatie, en daarmee niet conform gemaakte afspraken.

Deze uitspraak lijkt correct, maar niet vermeld is dat het fusiebestuur in mei heeft aangegeven een nader onderzoek te moeten doen naar mogelijke tweede locaties. De gemeente heeft daar mee ingestemd. Het onderzoek is uitgevoerd en dit is op 5 juni 2014 aan de gemeente aangeboden. Aangezien een tweede locatie en de kosten daarvoor nog niet bekend waren, kon aan het bedrijfsplan van 11 mei nog geen meerjarenraming worden toegevoegd.

Op uitdrukkelijk gemeentelijk verzoek (zie o.a. de reactie van de wethouder hierboven, dat aan het bedrijfsplan van 11 mei geen uitwerking van een tweede locatie was toegevoegd) is in het definitieve bedrijfsplan (van augustus) vervolgens een simpele indicatie van de kosten van de beoogde tweede locatie toegevoegd.

Het aangepaste bedrijfsplan is op 18 augustus ontvangen en besproken tijdens twee bestuurlijke overleggen (20 augustus en 11 september). Tijdens die overleggen is vanuit de gemeente aangegeven behoefte te hebben aan een wenkend perspectief ten aanzien van de kwalitatieve verbetering van de theaterfunctie in Hilversum.

Ondanks herhaalde vragen wat de gemeente bedoelde met “kwalitatieve verbetering van de theaterfunctie” hebben wij hierop geen antwoord gekregen. Onze eigen interpretatie luidde als volgt (neergelegd in het bedrijfsplan): een grotere zaal, met een bredere programmering die een breder publiek trekt; vernieuwing en crossovers komen aan bod, maar ook cabaret, etc. Kortom: een brede programmering die past bij dit type zalen en die overal in den lande aangetroffen kan worden. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een ander type programmering, zoals in de huidige zaal van Gooiland plaats zou kunnen vinden: musicals, grootschalig cabaret, shows, grootschalig gesubsidieerd toneel, etc.

In het bedrijfsplan herkent de gemeente dit wenkend perspectief onvoldoende.

Een middenzaal met 250-400 stoelen is geschikt voor een grootschaliger programmering dan in thans in Theater Achterom mogelijk is. Ons voorstel dienaangaande is in het bedrijfsplan uitgebreid met bezoekcijfers onderbouwd weergegeven (dit in tegenstelling tot wat de wethouder meldt in een krantenartikel, dat in het bedrijfsplan geen bezoekcijfers opgenomen zouden zijn). Het verbaasde ons dan ook hooglijk dat we in de brief van 18 november bovenstaande zinsnede moesten lezen. Waarom heeft de gemeente in de periode van 11 mei tot 18 november dan niet duidelijk gemaakt welk type programmering de gemeente wél wenst te zien?

Gemaakte afweging

Uit het bedrijfsplan en de bijgevoegde begroting blijkt dat de organisaties een voorstel presenteren dat buiten het kader van de gemeentelijke opdracht valt en wel om de volgende redenen:

– De begroting wijkt fors af van de bestaande financiële kaders. Het gaat om een extra bedrag in

de begroting van € 307.000;

In de twee genoemde bestuurlijk overleggen van september en oktober is het aangepaste bedrijfsplan besproken. Op geen enkel moment is door de gemeente aangegeven dat de extra kosten voor een tweede locatie niet in het bedrijfsplan zouden mogen worden opgenomen. Sterker nog: de wethouder wenste naar aanleiding van het bedrijfsplan van 11 mei een uitwerking van de tweede theaterlocatie (zie de reactie van de wethouder hierboven) en bovendien ontvingen wij op 10 september een gemeentelijke mail waarin staat “wat (nog steeds) moet gebeuren is een besluit over de frictiekosten en de extra theaterzaalkosten. Het was de bedoeling dat dit besluit onderbouwd zou worden met o.a. jullie bedrijfsplan. Het besluit kon niet meer genomen worden voor de verkiezingen”. Hiermee is o.i. voldoende weergegeven dat de gemeente zélf ons genoodzaakt heeft om de extra theaterzaalkosten in het bedrijfsplan op te nemen.

In het bedrijfsplan wordt nauwelijks tot geen rekening gehouden met een verhoging van de

bezoekersaantallen;

In het bedrijfsplan wordt uitgegaan van bezoekcijfers voor de theaterafdeling van 9000 per jaar naar 15000. Een stijging van 66%, wat een realistisch getal is en een reële ambitie weergeeft.

Voor Podium de Vorstin zijn de bezoekcijfers inderdaad ongeveer gelijk gebleven. De reden daarvoor is dat er ruimte in de muziekprogrammering gemaakt moet worden voor enkele theatergenres (die minder publiek trekken dan de muziekgenres).

In het bedrijfsplan wordt de Vioolkist als tweede theaterlocatie opgevoerd. Dit sluit niet aan

bij het gewenste compacte podiumkunstenaanbod. De gemeente oordeelt dat er op dit moment

voldoende theaterlocaties zijn in Hilversum.

Het fusiebestuur heeft vier locaties onderzocht en twee daarvan als ongeschikt afgewezen. Reden: de hoge kosten om deze accommodaties geschikt te maken voor theatervoorstellingen. Met Gooiland is meermalen gesproken. Ons voorstel aan Gooiland was om de grote zaal (ruim 600 stoelen) optisch terug te bouwen (d.m.v. een kleine en omkeerbare ingreep) om daarmee de zaalcapaciteit te verkleinen tot 400 stoelen. Dit heeft Gooiland geweigerd. Ook de verbouwde biljartzaal van Gooiland achtten wij ongeschikt voor theatervoorstellingen – de zaal is veel te laag. Vervolgens heeft het fusiebestuur toch huurtarieven van Gooiland opgevraagd om te bezien of wij in de grote zaal toch enkele grote theatervoorstellingen zouden kunnen programmeren. Pas vorige week ontvingen wij de antwoordmail van Gooiland dat ze niet in staat zijn ons zaalverhuurtarieven voor culturele voorstellingen aan te bieden. De enig overblijvende locatie was daarmee de Vioolkist. De geschatte huurkosten voor deze locatie bedragen ons inziens minstens 200.000 euro per jaar. Deze kosten hebben wij op verzoek van de gemeente in het bedrijfsplan zichtbaar gemaakt..

Als de gemeente beschikt over informatie over andere, geschikte zalen, dan zijn wij natuurlijk graag bereid om die zalen te gaan bekijken. Onze vraag luidt dan wel: als de gemeente al sinds juni weet welke zalen wij onderzocht hebben en aan welke zaal we de voorkeur geven, en als wij al in augustus de globale kosten daarvan zichtbaar hebben gemaakt, waarom wacht de gemeente dan tot 6 november om ons mee te delen dat de extra zaal niet binnen de gemeentelijke financiële kaders past?

De wens van de gemeente om een bijzonder cultureel aanbod te realiseren, met een kwalitatief

hoogstaande podiumprogrammering voor de stad en de regio krijgt onvoldoende gestalte in

het bedrijfsplan.

Als de gemeente dit zo stelt, dan zouden wij graag exact horen wat de gemeente voor type programmering feitelijk wenst, aangezien onze definitie van de programmering meerdere malen is toegelicht en passend is bij de mogelijkheden in Hilversum. Wij kunnen dan een kostencalculatie maken wat een dergelijke programmering kost en opbrengt. Uiteraard is het dan in eerste instantie nodig dat we zicht hebben op een theaterlocatie, zodat we de kosten daarvan ook in beeld kunnen brengen.

Het voorstel voor een theaterprogrammering in de Vioolkist bouwt voort op het bestaande concept.

Dit bestrijden wij. Het huidige concept van de theaterprogrammering in Achterom is: vernieuwing, voor zover mogelijk met een zeer krap programmeringsbudget in een zaaltje met 90 stoelen. De minstens twee keer zo grote accommodatie in Vioolkist of zelfs 4x zo groot in (een aangepast) Gooiland, zou een ‘middenzaalprogrammering’ brengen, met genres die nu niet in Hilversum te zien zijn.

De bezoekersaantallen van Theater Achterom sinds 2010 bieden onvoldoende basis om er vanuit te gaan dat dit concept op een nieuwe locatie wel succesvol zal zijn.

Deze uitspraak vinden wij wel erg kort door de bocht. Vanwege de financiële crisis hebben alle podia in Nederland te maken gehad met een teruggang in publiekscijfers. Sommige theaters hebben een teruggang gezien tot wel 25%, volgens de rapportage daarover van de Vereniging van Schouwburgen en Concertgebouwen (VSCD). De teruggang bij Achterom viel mee en sinds een jaar trekt de publieke belangstelling weer aan. De bezoekcijfers van 2013 zijn hetzelfde als die van 2010.

Subsidieverlening

Het college heeft ingestemd met het verlenen van subsidies aan beide organisaties voor 2015. Het

bedrag is gelijk aan de subsidies in 2014. Net zoals geldt voor alle organisaties die een structurele

subsidie van de gemeente ontvangen, wordt per kalenderjaar subsidie verstrekt. Gezien de

bezuinigingen waarmee lokale overheden geconfronteerd worden en de komende nieuwe zorgtaken

heeft het college besloten geen meerjarenverplichtingen aan te gaan. Daarmee kan de gemeente niet voldoen aan de eis van organisaties om de subsidie meerjarig te garanderen.

Heel nadrukkelijk heeft het fusiebestuur de gemeente gevraagd om een ‘intentieverklaring’, omdat we weten dat de gemeente geen meerjarige verplichtingen aan wil gaan. De brief stelt dat we een “garantie” hebben gevraagd. Dit is dus onjuist. Overigens heeft onze accountant een duidelijke visie op het telkens voor korte periodes beschikbaar stellen van subsidies; zijn brief treft u als bijlage aan.

De met de Veranderagenda Cultuur ingezette koers om een programmagerichte financieringsstructuur te ontwikkelen is in het besluit tot subsidieverlening nogmaals bevestigd. Dat betekent niet dat daarmee de subsidie voor Theater Achterom en De Vorstin komt te vervallen. De gemeente vindt het teleurstellend dat de organisaties er kennelijk bij voorbaat vanuit gaan dat de programmering onvoldoende aanleiding geeft voor het toekennen een programmagerichte subsidie.

Hiermee zijn we bij de kern aangeland van het besluit van het fusiebestuur om de fusie stop te zetten:

  1. Op instigatie van de gemeente zijn we gestart met een fusie. Deze zou 1 juli 2014 moeten zijn afgerond. Voorwaarden voor de fusie waren:
  2. Instemming van de gemeente met de fusie, c.q. de toezegging dat per de fusiedatum de subsidies van de twee instellingen samengevoegd zouden worden. Op basis van deze toezegging zou Podium de Vorstin de meerjarige arbeidsovereenkomsten, pensioenverplichtingen, etc. van de medewerkers van Theater Achterom kunnen overnemen;
  3. Intentieverklaring van de gemeente om meerjarig de subsidies te continueren;
  4. Duidelijk zicht op een tweede locatie en op de financiering daarvoor, aangezien de theaterprogrammering (niet de huidige van Achterom en noch de beoogde nieuwe programmering) in Podium de Vorstin past.
  5. Omdat we deze drie punten in onze brieven van augustus en oktober en in de twee gesprekken met de wethouder, niet door de gemeente beantwoord kregen, hebben we in augustus moeten besluiten de fusie uit te stellen tot 1-1-2015. Dit besluit hebben we overigens ook aan de gemeente meegedeeld.
  6. Pas in de Collegebrief met RIB van 6 november, vernamen we wat de gemeente beoogt:
  7. Niet de subsidies samenvoegen (met andere woorden: géén instemming voor de fusie)
  8. Stopzetten van de theaterfunctie aan de Eemnesserweg per juli 2015
  9. Flexibel maken van de subsidie van theater Achterom per 01-01-2016
  10. Afwijzen van het verzoek extra geld vrij te maken voor een tweede theaterlocatie.

Stelt u zich het alstublieft voor: twee organisaties fuseren, alle vaste medewerkers komen onder één dak, maar de bestaande subsidie voor theater wordt op de markt gezet: “Wie in de stad wil theatervoorstellingen gaan programmeren”? Daarmee valt de bodem onder de fusie uit: er is niets meer te fuseren – de theaterfunctie houdt vooralsnog op te bestaan. Door het besluit van de gemeente om geen intentie tot langjarige subsidies uit te spreken en bovendien het theaterbudget mogelijkerwijs aan andere partijen te gunnen, wordt niet alleen een aantal arbeidsplaatsen in de nieuwe organisatie bedreigd, maar ook de continuïteit in de bedrijfsvoering van die nieuwe organisatie. Immers aan een afvloeiing zullen ook kosten verbonden zijn. De besturen van beide stichtingen alsook hun afgevaardigden in het tijdelijke fusiebestuur willen niet meewerken aan noch verantwoordelijk zijn voor een dergelijke sterfhuisconstructie. Ergo: het stopzetten van de fusie was de enige optie.

Amateurverenigingen

In het bedrijfsplan voor de nieuwe organisatie wordt uitgegaan van een continuering van de bestaande relaties tussen professionele en amateurbeoefening van de podiumkunsten.

Dit is onjuist. Dat staat niet in het bedrijfsplan. Waar iets over amateurverenigingen wordt geschreven, wordt beoogd te zeggen dat ook amateurverenigingen, zelfs al beschikken ze over een eigen gebouw, welkom zijn op de podia van De Nieuwe Vorstin, voor uitvoeringen, en soms zelfs een enkele repetitie, als de eigen zaal in het eigen pand in gebruik is.

De gemeente staat op het standpunt dat zij uiteindelijk niet gaat over het besluit tot een fusie: het betreft zelfstandige stichtingen die over hun eigen toekomst gaan.

Op zich is deze stelling correct. Maar er had bij moeten staan “De gemeente realiseert zich dat de gemeente de randvoorwaarden moet creëren waarbinnen een fusie kan plaatsvinden”.

En juist dat heeft de gemeente o.i. de laatste maanden niet gedaan: de gemeente heeft zonder vooroverleg de randvoorwaarden juist dusdanig veranderd dat een fusie niet meer mogelijk is: de spelregels zijn tijdens het spel veranderd. En nu verwijt het College de stichtingen dat ze het spel niet meer meespelen.

Desondanks spreken de besturen van Podium de Vorstin en Theater Achterom nogmaals de wens uit om te komen tot een fusie die zal leiden tot een robuuste podiumkunstinstelling voor Hilversum. De drie voornaamste voorwaarden hiervoor hebben wij meermalen geschetst en hierboven opnieuw weergegeven.

Daar voegen wij nu een vierde randvoorwaarde aan toe: overeenstemming vooraf met de gemeente over de gewenste programmering en over de noodzakelijk financiering daarvoor.

Uw reactie zien wij met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Podium de Vorstin                                                                                Theater Achterom

Paul van Oort, voorzitter                                                                        Cobie de Vos

Ps. Zoals u in de bijlage kunt lezen, adviseert de controlerend accountant van Podium De Vorstin ons niet alleen de fusie stop te zetten, maar ook om in onderhandeling te treden met de gemeente over de hoogte van de huur. Deze huur lijkt niet in verhouding te staan tot de vastgestelde waarde van de huisvesting. Dit laatste punt heeft het bestuur van Podium De Vorstin de afgelopen jaren meermalen onder de aandacht van de gemeente gebracht.