Niet een Jaegertje doen

Door Jacqueline Kalk op 8 september 2019

Het was even geduld hebben, maar dan ligt er ook wat. Een uitgebreid en gedegen Bing-rapport. Meer dan zeventig pagina’s waren nodig om verslag te doen van het onderzoek naar aanleiding van de integriteitsmeldingen tegen wethouder Jaeger. Is hij voldoende transparant geweest over zijn nevenfuncties? En, is er door het vervullen van de nevenfuncties en besluitvorming ten aanzien van subsidies, sprake van (schijn van) belangenverstrengeling? Met andere woorden: heeft hij zaken verzwegen en/of al dan niet met subsidies misbruik gemaakt van zijn positie als wethouder.

Integriteit

De vraag stellen is gemakkelijker dan hem beantwoorden. Op basis waarvan kijk je hiernaar? Strikt juridisch? Op basis van je eigen normen? En: zijn mijn normen hetzelfde als die van jou? Wiens normen zijn dan doorslaggevend? Wat is de politieke betekenis? Die laatste vraag laten de onderzoekers buiten beschouwing. Dat kan de Hilversumse raad niet doen. Immers: wij controleren het bestuur, en ook of het college open en transparant heeft gehandeld.

Scheiden van rollen en verantwoordelijkheden

Goed bestuur gaat uit van een helder onderscheid tussen rollen, taken en verantwoordelijkheden. De raad stelt de kaders en controleert, het college voert uit. Maar ook binnen die uitvoering is een goede scheiding tussen rollen en verantwoordelijkheden belangrijk en een voorwaarde voor goed bestuur. Elke vorm van handelen moet vrij zijn van het idee van belangenverstrengeling of vriendjespolitiek. De slager keurt nu eenmaal niet zijn eigen vlees, ook niet in de politiek. Hilversummers moeten hierop blindelings kunnen vertrouwen. Ook politici moeten er onderling van uit kunnen gaan dat iedereen dit principe hanteert. Integriteitskwesties stralen negatief af op alle politici.

Transparant handelen

Politici horen integer te zijn en transparant en eenduidig te handelen. Daar mag en kan geen enkele twijfel over mogelijk zijn. In het Bing-rapport hebben de onderzoekers gekeken naar alle nevenfuncties van wethouder Jaeger. En dat is wel een heel kleurrijk palet aan stichtingen, besturen en adviesraden. Je moet het rapport vaker lezen voordat je goed begrijpt hoe alle stichtingen met elkaar samenhangen, wat hun doelen zijn, waarvoor subsidie wordt verleend en hoe zij elkaar onderling weer van geld voorzien.

De onderzoekers hebben uitgezocht welke van de nevenfuncties een qualitate qua functie is. Een qualitate qua functie vloeit voort uit de functie van wethouder. Met andere woorden, u en ik kunnen deze functie niet krijgen, en als je stopt als wethouder, stopt de qualitate qua functie ook. Bij dit type functies vertegenwoordig je het gemeentebestuur en daarom hoor je je voor deze nevenfuncties politiek te verantwoorden naar de raad en de inwoners. En dat is niet gedaan. Niet al deze functies zijn gemeld aan de raad. Het ontbrak aan scherpte hierop, ook bij de andere collegeleden. Het melden van deze functies is altijd een persoonlijke verantwoordelijkheid.

Bestuurlijke cultuur

Bij veel zelfstandige organisaties wil dit college zeggenschap en invloed houden. Een paar voorbeelden: in de Uitvaarstichting zit een wethouder in de raad van toezicht. Voor de Vorstin wil het college zeggenschap hebben over het bestuur. Wethouder Jaeger zit in diverse organisaties als vertegenwoordiger van het college. Deze organisaties voeren taken uit die worden gesubsidieerd door de gemeente. Deze subsidies zijn al dan niet op basis van een mandaat van de wethouder zelf gegeven. Daarmee zijn de rollen van opdrachtgever en opdrachtnemer niet goed gescheiden. Dit is niet transparant, niet in overeenstemming met het idee van goed bestuur en het vermijden van risico’s op belangenverstrengeling.

In Hilversum heerst de cultuur: ‘the proof of the eating is in the pudding’. Als het resultaat goed is, is hoe je er komt niet belangrijk. En dat is een redenering die geen blijk geeft van maximale transparantie en van bewustzijn op risico’s op het gebied van belangenverstrengeling. In het licht van integriteitskwesties een gevaarlijke. Jaeger heeft zich niet in persoon bezig gehouden met de subsidie-aanvragen. Hij heeft wel op basis van zijn bestuurlijk (politiek) mandaat subsidies toegekend aan organisaties waarin hij een advies- of andere rol heeft. Deze dubbelrol is ongewenst, zoals de onderzoekers ook stellen.

Vlucht voorwaarts

Voordat het rapport openbaar werd, heeft het college verklaard volledig achter wethouder Jaeger te staan. Het college vindt dat dit hoort bij collegiaal bestuur. Collegiaal bestuur wil in dit verband zeggen dat het college samen verantwoordelijkheid draagt voor de genomen besluiten. Deze vroegtijdige reactie was vreemd, immers het rapport was nog niet openbaar. Op basis van het rapport kunnen we nu zeggen dat ook het college niet altijd goed genoeg geïnformeerd is geweest. Daar komt bij dat de eerste adviseur van het college, de gemeentesecretaris, een andere opvatting heeft. Wethouder Jaeger heeft zichzelf weliswaar niet verrijkt, maar het ook niet gemakkelijk gemaakt door openbaar en privé/controleur en ontvanger niet scherp te scheiden. Aan de andere kant is het hem ook mogelijk gemaakt om dat te doen. Het past binnen de bestaande bestuurscultuur. Net als deze adhesiebetuiging van het college, die past ook bij deze cultuur.

Aanval als verdediging

Deze reactie van het college was op zijn minst voorbarig. De reactie van wethouder Jaeger op onder andere het artikel van Follow the Money misplaatst. Hij verwijt de eerste melder (SP-raadslid Bianca Verweij) dat politieke motieven de basis zijn voor haar melding. Uit rancune over het vertrek van de SP-wethouder in de vorige periode zou zij nu een hetze tegen hem voeren. Dit is een bekende strategie. De aandacht verleggen van jezelf naar de melder, door deze in diskrediet te brengen en te beschuldigen van niet zuivere motieven.

Ongepast.

Zeker als je je bedenkt dat niemand hoort te weten wie de melder was als de procedure goed was uitgevoerd. Een kat in het nauw maakt rare sprongen.

Vervolg

18 september praat de gemeenteraad over dit onderzoek. Met het volledige college, wethouder Jaeger in het bijzonder. En met de burgemeester over hoe hij de bestuurlijke integriteit van de gemeente, conform artikel 170 van de Gemeentewet, bevordert. De onderzoekers gaan verder niet in op de bestuurlijke cultuur en of bestuurlijke integriteit hoog in het vaandel staat. Dat hoorde ook niet bij hun opdracht. Dit hoort wel bij het politieke vervolg op dit onderzoek. Welke maatregelen zijn nodig om het bewustzijn op bestuurlijke integriteit te vergroten? Kwetsbare situaties kunnen worden voorkomen door vooraf zaken goed te scheiden en bijvoorbeeld de nevenfuncties met regelmaat en goed aan de orde te stellen. De raad zal zich moeten bezinnen of de huidige mandateringsregeling voor het verstrekken van subsidies door individuele collegeleden nog bij deze tijd past. En de raad zal zich moeten bezinnen op de positie van collegeleden binnen de structuur van verzelfstandigde organisaties. Wethouder Jaeger zal zich in eerste plaats zelf moeten bezinnen op de vraag of hij zijn functie van wethouder nog kan vervullen na dit onderzoek. Dat doen wij ook.

Het volledige rapport van bureau BING is hier te downloaden >

Jacqueline Kalk

Jacqueline Kalk

In het dagelijks leven: Secretaris/Directeur Centrum voor Lokaal Bestuur (CLB) Gelijke kansen voor iedereen, solidariteit, niet op je handen zitten, maar dingen doen. Voor mij is dat zo vanzelfsprekend dat ik me er over blijf verbazen dat niet iedereen zo denkt. De sociaaldemocratie is mij met de paplepel ingegoten. Met twee ouders, die beide actieve

Meer over Jacqueline Kalk